Het gebied wat nu kloosterveen is, maakte ooit onderdeel uit van een uitgestrekt gebied, dat ongeveer 10.000 jaar geleden is ontstaan.
Het veengebied behoorde vroeger tot het bezit van de omringende dorpen. Het deel waar nu Kloosterveen ligt, was eeuwenlang eigendom van de boeren van Witten. Deze situatie veranderde in 1260 na de stichting van het klooster Maria in Campis in Assen. Dat klooster verwierf in de loop der tijden veel bezittingen en vanaf 1487 behoorde ook het hele dorp Witten tot de kloosterbezittingen. Daardoor kwamen ook de veengebieden in het bezit van het klooster en daarmee is de naam "Kloosterveen" verklaard.
Vooral in de tweede helft van de 19e eeuw vond hier op grote schaal de winning van turf plaats. Na de turfwinning werden de gronden geschikt gemaakt voor landbouw. In deze ontginningsperiode nam de bevolking snel toe. Dit leidde in 1841 tot de vestiging van een "bijschool", in 1881 gevolgd door een volwaardige lagere school. Het gebouw daarvan staat nog steeds aan de Hoofdvaartsweg NZ (achter nummr 96). Een groot deel van de bevolking leefde toen overigens in plaggenhutten. Veel van de (lint) bebouwing langs de Drenthese hoofdvaart dateert uit de 19e eeuw en uit het begin van de 20ste eeuw.
(met dank voor de geschiedschrijving aan J.T. Battjes)
bron: buurt vereniging kloosterveen - http://buurtverenigingkloosterveen.nl/
Vanuit Wikipedia:
Kloosterveen (vroeger ook Vrouwenveen)[2] is de benaming voor een historische plaats ten westen van de Nederlandse stad Assen. Op het noordelijkste deel daarvan werd vanaf 1997 als onderdeel van Assen-West de nieuwbouwwijk Kloosterveen gebouwd. De wijk en het historische gebied zijn gecentreerd rond de Drentsche Hoofdvaart.
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]
Kloosterveen ligt ten westen van Assen langs de A28, bij de afslag nummer 33 naar o.a. Bovensmilde, Norg en Veenhuizen. Vroeger lagen hier veengebieden, die tot het dorp Witten behoorden. In 1487 verwierf het Assense klooster Maria in Campis (gesticht in 1260) dit dorp en bijbehorende veengebieden, wat de naam verklaart. Een ander deel was in handen van het klooster Soetendale uit Dickninge.[2] De kloostervenen liepen tot aan de Hijkervenen.[3] Begin 17e eeuw werden kloosters en kloosterlanden geseculariseerd (onteigend) door de Landschap Drenthe. Begin 18e eeuw ontstonden plannen om het hoogveen er af te gaan graven en in de jaren 1770 werd de Drentsche Hoofdvaart erdoorheen getrokken, waarop er vanaf 1771 een buurtschap van plaggenhutten ontstond, gericht op turf. In 1778 werd er een kerk gesticht.[3] In 1780 stonden er reeds 100 bewoonde huizen[2] en bij de volkstelling van 1795 woonden er 455 mensen. Met de Staatsregeling van 1798 eiste de Bataafse Republiek (het Rijk) de gronden op van de Landschap en werden het 'domeingoederen' (de naam Domeinwijk herinnert hieraan). In 1812 verkochten de Fransen het gebied aan liefhebbers, waaronder de gemeenten Assen en Smilde, die het later weer aan particulieren doorverkochten. In 1834 kocht Assen een stuk Kloosterveen van Smilde.[4] De vervening vond met name plaats in de tweede helft van de 19e eeuw, waarbij de grond werd omgezet naar landbouwgrond. Met de ontginning van de gronden steeg ook de bevolking, waarop in 1841 een bijschool werd gesticht, gevolgd door een lagere school in 1881 (Hoofdvaartsweg 96).[5] Het Kloosterveen van de gemeente Smilde bestond als plaatsnaam tot 1923, toen dit deel werd hernoemd tot Smilde.[6] Het stuk van de Norgerbrug tot aan de huidige ringweg van Assen behield de naam echter.